-
1 non-U
-
2 low
adj. laag; zwak; neerslachtig; diep; goedkoop; grof--------adv. laag; op lage toon; minderwaardig; raakt op--------n. gebied van lage luchtdruk; dieptepunt; laagterecord; iets laags--------v. loeien, bulkenlow1[ loo] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————low2〈 lowness〉1 laag ⇒ niet hoog, niet intensief♦voorbeelden:low gear • lage versnellinglow grade • lage kwaliteit, laag gehalte/percentage 〈 vaak attributief〉low point • minimum, dieptepuntlow tide • laagwater, eblow water • laag water, laagtij 〈 in een rivier〉at lowest • op z'n laagstlow comedy • kluchtkeep a low profile • zich gedeisd/op de achtergrond houdenII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉3 zwak ⇒ slap, futloos♦voorbeelden:————————low3〈 werkwoord〉————————low4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:play low • laag/voor kleine bedragen spelen4 be/get/run low • op raken, bijna op zijn -
3 shape
n. gedaante; vorm; vermogen; patroon, structuur--------v. vormen; zich ontwikkelen; vorm gevenshape1[ sjeep]1 vorm ⇒ gestalte, gedaante, verschijning2 (bak/giet)vorm ⇒ model, sjabloon♦voorbeelden:give shape to • vorm geven aan, tot uitdrukking brengentake shape • (vaste/vastere) vorm aannemen/krijgenround in shape • rond van vormin the shape of • in de vorm/gedaante vanI've had no trouble with him in any shape or form • ik heb op geen enkele manier moeilijkheden met hem gehadknock/lick something into shape • iets fatsoeneren/bijschavenknock out of shape • vervormen1 (goede) conditie ⇒ (goede) toestand, vorm♦voorbeelden:1 in bad/good shape • in slechte/goede conditiein(to) shape • in (goede) conditiethat's the shape of it • zo staan de zaken (ervoor)out of shape • in slechte conditie————————shape2♦voorbeelden:shape (up) well • zich gunstig ontwikkelen¶ shape up • zich goed (gaan) gedragen, zijn fatsoen houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vormen ⇒ maken, ontwerpen3 bepalen ⇒ vormen, vorm/richting geven aan♦voorbeelden:shape something from • iets vormen uit/met, iets maken vanshape plastic into buckets • uit/van plastic emmers makenshaped like (a pear) • in de vorm van (een peer), (peer)vormig -
4 tag
n. label (ook in computers); etiket, plakkertje; uitdrukking; krul; (in computers) label--------v. aanhechten, aanhangen, vastknopen, vastbinden; etiketteren, meelopen, volgentag1[ tæg]4 flard ⇒ rafel, los uiteinde————————tag2〈 tagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 every item was nicely tagged • elk artikel was keurig geëtiketteerd/van een prijskaartje voorzien -
5 term
n. bewoording; termijn; kwartaal; tijdperk--------v. noemen, omschrijven alsterm1[ tə:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 onderwijsperiode ⇒ trimester, semester, kwartaal2 termijn ⇒ periode; duur, tijd; ambtstermijn; zittingsperiode 〈 van rechtbank, parlement〉; huurtermijn; aflossingstermijn, (af)betalingstermijn3 begin/eindpunt van periode/termijn ⇒ ingangs/afloopdatum, het aflopen 〈 van huur, contract enz.〉♦voorbeelden:1 term has started • de lessen/colleges zijn begonnen2 during her term of office as president • onder/tijdens haar voorzitterschapin the short/medium/long term • op korte/middellange/lange termijnshe is near her term • ze kan elk moment bevallentell someone in no uncertain terms • in niet mis te verstane bewoordingen te kennen geven6 her terms are 10 dollars a lesson • ze vraagt/rekent 10 dollar per lescome to/make terms • tot een vergelijk komen, het eens worden¶ terms of reference • taakomschrijving, omschrijving van bevoegdheid/onderzoeksopdracht 〈 bijvoorbeeld van commissie〉on equal terms • als gelijkento be on bad/good/friendly terms with someone • op gespannen/vriendschappelijke voet met iemand staancome to terms with • zich verzoenen met, zich neerleggen bijin terms of money • financieel gezien, wat geld betreftthink in terms of moving to the South • overwegen/van plan zijn naar het zuiden te verhuizenthey are not on speaking terms • ze spreken niet meer met elkaar, ze hebben onenigheid————————term2〈 werkwoord〉1 noemen ⇒ omschrijven, aanduiden als
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский